Vergelijker diepstrooisels
Aantal ligboxen
Ligboxen
Ligboxen
Type strooisel
Met welk strooisel wilt u vergelijken?
Eigenschappen
Eigenschappen Dikke Fractie
Boxmanagement belangrijker dan strooisel?
Een recent artikel van Royal GD benadrukt dat goed boxmanagement en strooiselbeheer essentieel zijn om het somatisch celgetal (SCC) laag te houden op melkveebedrijven. Vooral hygiëne en onderhoud, meer dan het type strooisel, helpen de bacteriedruk te verminderen.
Wat is goed boxmanagement?
Per type strooisel ziet boxmanagement er anders uit. Voor dikke fractie adviseren wij het volgende:
- Verwijder mest en urine altijd voordat wordt ingestrooid.
- Bouw het ligbed langzaam op in dunne lagen (5-10 cm).
- Ververs 2-3 keer per week en werk opnieuw met dunne lagen om uitdroging naar 50-60% DS te bevorderen.
- Zorg voor voldoende ventilatie in de stal.
- Werk dagelijks de boxen bij, egaliseer het ligbed en besteed extra aandacht aan probleemzones.
- Gebruik homogene mest als input voor de mestscheider voor een gelijkmatige kwaliteit.
- Zorg voor een optimale afstelling van de diepstrooiselbox voor maximaal comfort en minimale vervuiling.
- Indien kalk wordt toegevoegd, gebruik dit incidenteel en in minimale volumes, gezien de neutrale pH-waarde van dikke fractie.
Veel gestelde vragen boxmanagement
Meer weten?
Hoewel we in deze pagina al verwijzen naar waardevolle bronnen waarop we onze informatie baseren, hebben we hieronder aanvullende artikelen verzameld die ons hebben geholpen om deze inzichten te vormen, aangevuld met praktijkervaringen:
Diepstrooisel – special (veeteelt)
Gebruik dikke fractie (Valacon dairy)
Strooisels met kalk (melkveebedrijf)
Een optimale ligplaats (Herkauwer)
Voor- en nadelen per strooisel (University of Nebraska-Lincoln)
Keuze strooisel (PennState Extension)
Disclaimer:
De indicatieve jaarkosten, strooibare volumes en celgetallen die wij hebben vermeld, zijn gebaseerd op eigen onderzoek, gebruikerservaringen en praktijkgegevens. Deze informatie dient uitsluitend als richtlijn; er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Inkoopprijzen en strooiselprestaties variëren per situatie. Het is aan de melkveehouder om te bepalen welke strooiselkeuze en aanpak het beste aansluit bij de specifieke omstandigheden van het bedrijf.