Zo hopen Wilfred & Lisa met meerdere meststromen kansen te benutten
Van de wind moeten ze het vandaag hebben. Op maatschap Hartjes – Buurke in de buurtschap Garreweer bij Appingedam bewegen de wieken van twee Groninger molens zich een slag in de rondte. Verderop in het open landschap staan meer van deze exemplaren. Op het melkveebedrijf van Wilfred (49) en Lisa (44) gaat het ook vóór de wind. Na een aantal stroeve jaren sinds de start in 2002 wemelt het er nu van de moderne technologie & nieuwste innovaties.

Achter één van de ingangen naar de jongveestal klinkt enthousiast gefluit. Op zijn dooie gemak voert Wilfred net even wat gegevens in. Althans, daar lijkt het op. Er is reden voor optimisme. Bij de provinciale veekeuring van afgelopen jaar, de Groninger Rundveeshow, stormde hun bedrijvengroep de top-3 binnen. Ook buiten de keuringsring zijn er mooie ontwikkelingen geweest. Twee koeien zijn de 100.000 kg melk gepasseerd – de 8ste en 9e van het bedrijf. En: veel veranderingen in en rondom de stal met ongekende gevolgen.

Uitgaan van eigen kracht
De veestapel is qua grootte in 2024 wel gelijk gebleven. Al jaren houdt deze maatschap 95 melkkoeien bij zo’n 60 stuks jongvee. Meer is ook niet gewenst, maar wel om zelf op te fokken. “Alles wat in de stal staat is eigen. Ik heb nog nooit een koe gekocht”, beweert Wilfred stellig. Beleid wat de geboren Achterhoeker voert nadat hij zelf een hevige BVD-uitbraak heeft meegemaakt op het vorige melkveebedrijf van zijn ouders in de jaren ’80.

Fokken op duurzame melkkoeien
In Excel past Lisa elke drie maanden de stierenkaart aan na een indexdraai. Er wordt gefokt volgens het systeem van Triple-A. “Dan krijgt de koe meer breedte en dus meer ruimte voor lucht, longen en het hart. En een brede bek om goed te vreten”, aldus Wilfred. “Liever hebben we geen heel extreme koeien in grootte. Lange slungels houden het niet lang vol”, voegt Lisa eraan toe. Toch realiseren de twee zich dat fokken een gokwerkje blijft. “Maar je richt wel beter. En onze koeien hebben hoge gehaltes, bovengemiddeld”, zegt Wilfred.

Dierenwelzijn en -gezondheid op de eerste plaats
Voor het behoud van een gezonde veestapel hebben ze op dit bedrijf veel over. Zo worden alle melkkoeien via een speciale app voortdurend gemonitord. Daardoor kwam Mannheimia het afgelopen jaar vroegtijdig aan het licht. Wilfred zoekt de gegevens van toen erbij. Zijn telefoonscherm kleurt geel: koeien die lange tijd niet meer vraten en hoge koorts hadden. Als je streeft naar een hoge levensverwachting in de stal, dan is dit even schrikken. “Dat is de basis. Je wilt dat een koe heel oud en weinig ziek wordt”, pleit Lisa.

Het antwoord op dikke hakken en ontstekingen
Met een logisch doorschuifsysteem verhuist elk dier twee maal binnen het bedrijf. Eerst van kalverhok naar vaarzenverblijf en daarna richting de melkveestal. Daar kunnen ze uiterst comfortabel neerploffen in een box gevuld met gescheiden mest. Al sinds 2011 het antwoord op problemen met dikke hakken en ontstekingen. “Daarvoor hadden we zaagsel en gehakseld stro”, weet Wilfred nog. “Dat schuurt en de koeien werken het er heel makkelijk uit”, aldus Lisa. “Nu liggen ze prinsheerlijk”, merkt Wilfred tevreden op.

Mestscheiding in eigen beheer
De overstap op bio-bedding is ze meteen goed bevallen. De eerste ervaringen waren met een gehuurde mestscheider, die wekelijks naar het bedrijf toekwam om een verse vracht boxenstrooisel te produceren. Niet veel later volgde een eigen mestscheider, die recent is vervangen voor een zwaarder type. “Onze kelder bleek als gevolg van bevingsschade zo lek als een mandje, waardoor de machine soms wel en soms niet goed draaide”, zegt Wilfred. “Nu blijven de boxen mooi vol en het celgetal gaat ook super. Echt een genot!”

Andere stalinrichting met innovatie
En dan nog een oplossing vinden om de mestkelder te ontzien. Het liefst niet volledig, maar op zo’n manier dat de ruimte anders kan worden benut. Met de hulp van subsidie en een aanvullende tegemoetkoming voor boeren in aardbevingsgebied is Lely Sphere als innovatief stalsysteem gerealiseerd. Een project waarbij óók de inrichting van de stal meteen maar op de schop ging. Zo is de voergang ingekort en de stal iets verbreed. “Niet om te kunnen groeien, maar puur om onze koeien meer ruimte te geven”, vertelt Wilfred.

Voorscheiding in de stal
Met een halfdichte stalvloer die iets afloopt, vloeit urine richting de eigenlijke mestkelder. RVS-strippen met gaatjes zorgen ervoor dat de mest blijft liggen. Twee geautomatiseerde mestrobots volgen elke 20 minuten een vaste route door de stal en verzamelen de mesthopen. Die storten ze weer in twee putten van tien kuub per stuk, welke onderling met elkaar verbonden zijn. “De Collectors houden de vloer mooi schoon en je voorkomt ammoniakvorming door het afvangen van gassen met de luchtwasser. Dat zwavelzuur bindt hij de ammoniak in vloeistof”, zo legt Wilfred uit.

De weg van verschillende meststromen
Via de combinatie mestpomp met snijkast gaat de dikkere mest onder het beton door naar de silo van PAS Mestopslagsystemen. Daarin komt ook de mest uit de jongveestal terecht. “Wanneer ze komen zodebemesten, kan ik gewoon een klep openzetten voor de zuigarm”, zegt de veehouder. De mestscheider bevindt zich pal naast de silo & haalt daar ook de aanvoer vandaan. “Driekwart van de silo zit nu nog dunne mest in. Vanaf volgend jaar gaat die vanwege de Lely Sphere al dikker zijn.”

Sneller instrooien en meer grip op de meststoffen
Het gevolg gaat zijn dat de machine minder tijd nodig heeft om de instrooiwagen vol te krijgen met verse ligboxbedekking. En wat te doen met al die meststromen op het erf? Hoeveel voordeel levert dat op? “Over ons nieuwe bemestingsplan gaan we binnenkort met een adviseur om tafel”, zegt Wilfred. “Meer dierlijke mest en minder kunstmest is wat we hopen”, aldus Lisa. Het bedrijf doet de komende vier jaar mee aan een pilot en mag de urine daardoor in elk geval als kunstmestvervanger (Renure) gaan gebruiken.

Het naderende mestseizoen maakt nieuwsgierig. Wilfred laat zijn gedachten de vrije loop over de toepassing van urine op grasland. Het hebben van verschillende meststromen biedt kansen om naar bodembehoefte uit te rijden, daar zijn ze van overtuigd. En ze gaan erachter komen. In ieder geval is de mestkelder nu deels ontzien en houden ze zich momenteel het allerliefst weer bezig met het welzijn en de gezondheid van hun koeien. Om óók de komende veekeuring in Tolbert opnieuw bij de top aan te kunnen sluiten.
